De spirituele gids
Soefi’s zeggen vaak dat “het pad, is de spirituele gids”. Een spirituele pad heeft enkel betekenis dankzij de spirituele gids, die net als bron van levend water, irrigeert en voedt. Zoals water verschillende soorten bloemen laat bloeien afhankelijk van het grondgebied, zo lijken de leerlingen van een pad (foqqara, meervoud van faqir: letterlijk vertaald als armen) verschillend afhankelijk van het land, het sociaaleconomisch aspect, leeftijd en andere uiterlijke kenmerken. Echter drinken zij van één en dezelfde bron, bewandelen dezelfde weg, elk op hun eigen manier. Dit maakt van hen spirituele broers ondanks de uiterlijke verschillen. En deze broederschap wordt steeds sterker dankzij de innerlijke ervaringen die iedereen ervaart gedurende het pad. In feite, daar woorden machteloos zijn om geestelijke toestanden te beschrijven aan zij die deze niet hebben meegemaakt, worden deze toestanden wel tot stand gebracht met zij die dit wel hebben geproefd.Het is verrassend om waar te nemen dat we veel innerlijke en subtiele zaken met iemand kunnen delen die op het eerst zicht verschillend lijkt van ons, terwijl zelfs mensen die heel dicht zijn met ons op sociaal -, affectieve-, intellectuele- of culturele vlak ons niet meer verstaan eens we aspecten van het innerlijke pad bespreken. Dit is in feite slechts een weerspiegeling van wat men het geestelijk geheim (sirr) noemt. Geplaats met Goddelijke toestemming in het hart van de spirituele gids, het is dit geheim die het pad operationeel en de progressieve transformatie van de leerling mogelijk maakt.
De relatie met de spirituele gids is niet gebaseeerd op vriendschap of hoffelijke gespreken over mooie of diepzinnige onderwerpen. Ook is dit geen relatie waarbij de spirituele gids de acties en gebaren van zijn leerling dicteert of het dagelijks leven van de leerling beheert. Een ware spirituele gids is nooit een “denk gids”. Daar men in werkelijkheid God niet door het gedachte of discursieve redenering zal kennen. Feitelijk, God is geen wiskundige formule, hoe verfijnd deze ook is. God is ook geen concept van onze reflectie, hoe scherp deze ook is. Als gevolg hiervan zal de spirituele leer niet veel te maken hebben met de profane leer.
De soefi Ibn ata Allah beschrijft de functie van de spirituele gids als volgt: “Jouw spirituele gids is niet degene waarvan je toespraken hoort, maar degene waarbij zijn aanwezigheid je veranderd; Hij is niet degene waarbij de uitdrukking je begeleidt, maar degene waarbij de spirituele allusie je doordringt. Hij is niet degene die je uitnodigt tot aan de deur, maar degene die te sluier opheft die je van hem scheidt. Hij is niet degene die je leidt doormiddel van woorden, maar degene die je verandert dankzij zijn spirituele staat. Hij is degene die je bevrijdt uit de gevangenis van je passies om je te introduceren tot de Wereldmeester. Hij is degene die nooit ophoudt met het polijsten van de spiegel van je hart tot dat de lichten van je Heer erdoorheen schijnen. Hij tilt u op tot Allah en wanneer u opgetild bent, transporteert hij u tot Hem”.
De spirituele gids is een heilige die gekozen wordt om mensen te roepen en te begeleiden naar het pad die ons terug brengt naar onze Schepper, met andere woorden, ons terugbrengen naar onze diepgaande natuur. Opdat een persoon deze functie kan vervullen zijn er twee voorwaardes vereist. Het geestelijk geheim moet enerzijds worden overgebracht door een andere spirituele gids, anderzijds is een Goddelijke toestemming vereist van deze machtiging om te onderwijzen. Een ononderbroken ketting verbindt dus alle authentieke spirituele gidsen, van de Profeet tot nu. De spirituele gids is een spirituele begeleider. Hij is de perfecte bemiddelbaar die ons in contact brengt met de Goddelijke werkelijkheid waaruit we voortkomen, maar waarvan we de perceptie verloren hebben. Als gerealiseerde mens reikt hij ons de middelen toe om ons hart te doen ontwaken, dit hart is voor soefi’s het instrument voor de spirituele waarneming. Wanneer we ons opnieuw verbinden met deze perceptie van het hart, krijgen we de ware betekenis van ons bestaan terug. Door een vertrouwende overgave aan God, leren we vanaf dat moment de tekenen te ontcijferen en te volgen die Hij ons stuurt, om ons naar Hem toe te leiden. We vinden die innerlijke vrede terug vermeld in de heilige boeken, en de vreugdevolle dankbaarheid van iemand die weet dat alles wat hem overkomt een genade is. We herontdekken de liefde van de hele schepping. Wat ons vandaag verhindert om dit te voelen is de tirannie van ons ego. Want onze huidige spirituele gids is ons ego. Hij dicteert ons gedrag, ons dwingt te handelen of juist niet te handelen. Hij is het die alles meet en beoordeelt, niet naar wat het werkelijk is, maar naar wat het hem kan brengen. Hij is degene die uit angst alles weigert en afwijst wat niet in zijn richting gaat, weet of beheerst. Hij is het die door verlangen, ambieert en met geweld neemt wat niet van hem is. Niets leidt ons zo ver als illusie. De angst om te verliezen wat hij heeft en het verlangen om te verkrijgen wat hij niet heeft zijn zaken die de mens weghouden van God. Het spirituele pad is daarom gericht op de strijd tegen het ego, in de negatieve en gepassioneerde zin van het woord.
Het pad wordt verbonden door het inwijdingspact. Door dit pact verbindt de leerling zich ertoe de richtlijnen van de spirituele gids na te leven en de spirituele gids verbindt zich ertoe hem naar de Goddelijke Aanwezigheid te leiden. Er wordt gezegd dat wie het inwijdingspact ontvangt, het zaad van de heiligheid ontvangt…In de praktijk kan het pact ofwel rechtstreeks met de spirituele gids worden gesloten, ofwel via een persoon die uitdrukkelijk door hem gemachtigd is om deze overdracht te doen. Vanuit dit pact zijn het hart van de spirituele gids en dat van zijn leerling als het ware verbonden door een onzichtbare schakel, en de eerste kan dan het geheim waarvan hij de bewaarder is, doorgeven aan de tweede. De wetenschap die daaruit voortkomt zal zich dan geleidelijk aan openbaren, niet in de vorm van theoretische kennis, maar eerder in de vorm van een intieme smaak, steeds dieper en intenser. Zoals onze voorgaande spirituele gids Sidi Hamza zei: "Soefisme is geen wetenschap van papieren, maar een wetenschap van smaken”. Heel vaak zal deze opening plaatsvinden zonder dat de leerling zich er volledig van bewust is dat het uit de spirituele gids komt, omdat het uit het diepst van zijn wezen ontstaat.
Het betreft geen ideeën of gevoelens, maar echte innerlijke waarnemingen. De ervaring van het pad kan worden vergeleken met een potlood die geleidelijk aan alle compartimenten van ons leven vult en leidt tot een diepgaande verandering in onze kijk op zowel de gebeurtenissen die we meemaken als op het bestaan zelf. Door de manier waarop we naar de dingen kijken te veranderen, veranderen deze ervaringen ook onze reacties op de situaties waarmee we geconfronteerd worden. En dit brengt een verandering in ons gedrag teweeg, waardoor we meer en meer dienaren van God willen worden, conform aan het model van profetische uitmuntendheid.
God zegt in de Koran: "Ik heb de mensen en de djinn's alleen maar geschapen om mij te aanbidden”. De soefi's maken zo de dienstbaarheid aan God, de hoogste graad van spirituele realisatie. Door onze diepste natuur te herontdekken, herontdekken we een gevoel van actieve acceptatie van de Goddelijke wil. De vaststelling van de superioriteit van Zijn wil over de onze stelt ons in staat om weer innerlijke rust te vinden. Bevrijd van onze passies en de tirannie van ons ego, treffen we geleidelijk aan de capaciteit tot onbaatzuchtige liefde van de hele schepping, wat tevens de natuurlijke staat van een zeer jong kind is.
De Koran zegt "God alleen weet wat er in jullie harten is,". Geconfronteerd met de Goddelijke blik, waaraan niets kan ontsnappen, is het dus aan ieder van ons om zich af te vragen wat onze ware drijfveren zijn, met als enig criterium onze eigen oprechtheid. Aan een man die hem kwam vragen over de rechtvaardigheid, gaf de Profeet dit ene antwoord: “Stel je eigen hart in vraag” . In de leerschool is het de innerlijke oriëntatie naar de spirituele gids die de leerling in staat zal stellen om effectief te luisteren naar zijn eigen hart, en niet een gevoel of een diffuus idee dat alleen het product is van zijn psychologische toestand van het moment. Net zoals iemand die naar de maan kijkt het zonlicht kan zien door reflectie, kan de leerling het Goddelijke licht ontvangen door zijn hart te oriënteren op dat van de spirituele gids. Door invocatie (djikr) en praktijken zal de leerlingen dit licht proeven, de leerling zal dit geleidelijk aan in zichzelf leren herkennen, onder de meervoudige percepties die hem ageren. Het is dit licht dat hem dan gedurende zijn hele reis zal leiden, en dit verklaart het belang dat aan oriëntatie wordt gehecht, om zich zoveel mogelijk te vullen met het licht dat uit het hart van de spirituele gids komt.
Deze oriëntatie is zowel essentieel als uiterst subtiel. Om het op te roepen, gebruikt Sidi Hamza een beeld: ”Wanneer u een vuile en roestige spiegel heeft en u wilt dat deze de zon perfect reflecteert, zult u 2 soorten verrichtingen moeten uitvoeren: (a)Het polijsten van de spiegel: dit polijsten van het hart gebeurt door invocatie; (b) Het oriënteren naar de zon, zodat het de zon perfect reflecteert. Daarom is het noodzakelijk dat u uw hart richt op dat van de spirituele gids. Men kan urenlang aan invocatie doen: als men zich niet oriënteert, is het tijdverspilling, het is nutteloos. Het is alsof we wensen dat een kom water uit de lucht vangt maar dat we dit ondersteboven zetten: het kan zelfs stromen maar de kom zal geen enkele druppel opvangen. Daarentegen, als de kom naar de hemel is georiënteerd zal dit water opvangen als is er maar één druppel".